zondag 27 juni 2010

Het uur van de prutser

Het uur van de prutser

Spel : Wim Helsen

XXXX

Een hyperkineet met een ongebreidelde fantasie. Zo kun je Wim Helsen het best omschrijven. Hij komt op scène, begint een verhaaltje te vertellen dat dan algauw ontaardt in een absurd geheel waar hij zelf kop noch staart lijkt aan te krijgen. Dat lijkt alleen maar zo, want deze komiek weet perfect waar hij mee bezig is. Hij vertelt verhaaltjes. Op het eerste zicht alledaagse, kleine, diepmenselijke verhaaltjes. Maar dan neemt zijn fantasie de bovenhand en voor je het weet, wordt je meegesleurd in de fantasiewereld van Wim Helsen. En het is er goed toeven. Hij is, naast een goed komiek, ook een goed acteur. En dat vertaalt zich in zijn voorstelling. Hij speelt de hele tijd. Eén cruciale verhaallijn speelt hij de hele tijd alsof hij het meent, maar achteraf blijkt dit gewoon één grote leugen te zijn, alweer ontsproten uit het waanzinnige brein van Wim Helsen. En hij speelt het zodanig dat je gelooft wat hij zegt.

Jammer misschien dat we net een paar dagen geleden Wouter Deprez hadden gezien en dus een vergelijkingspunt hadden. Wouter Deprez was net iets beter, iets spitsvondiger. Hoewel je beide heren natuurlijk niet kunt vergelijken. En Wim Helsen is echt wel goed hoor. Op voorwaarde dat je wil meestappen in het absurde universum van hem. Die man zijn fantasie lijkt eindeloos. Het ene moment verzint hij een superheld, twee minuten later speelt hij een "alien" die op de scène geland is. Nog weer wat later dan "denkt" hij dat hij zijn ogen niet meer open krijgt en ga zo maar verder. "Het uur van de prutser" kan je niet meer gaan bekijken, maar zijn nieuwe show moet je zeker eens meepikken. Het is echt de moeite waard op voorwaarde dat je wil meestappen in zijn absurde fantasiewereld.

vrijdag 18 juni 2010

Je zal alles worden

Je zal alles worden

Coaching : Randall Casaer

Spel : Wouter Deprez

XXXX

"Je zal alles worden" begint magistraal. Wouter Deprez zit in de wagen en is met zijn hoogzwangere vrouw op weg naar het ziekenhuis waar ze zal bevallen. Hij vertelt dit in één lange woordenstroom en zet zich dan uiteindelijk neer in een stoeltje tussen zijn boeken. Hij vertelt dat hij geëvolueerd is van een "gewone" comedy-artiest naar een schrijver. Hij wil dan ook niet meer spelen voor het gewone comedy-publiek, maar voor een literair publiek. En laten wij nu net zo'n literair publiek zijn. Hij bouwt de voorstelling op aan de hand van brieven aan zijn zoon. Die brieven leest hij voor uit zijn boekje "Waarom je moeder en ik bijna altijd een kamerjas dragen". De ene al mooier dan de andere, maar altijd een rake typering van het prille ouderschap. Wouter Deprez adoreert zijn zoontje Joshua en laat dat ook duidelijk blijken. Af en toe veracht hij hem bijna, maar ook dat is weer typisch voor elke ouder. Toch druipt de liefde voor zijn zoontje van de voorstelling.

Hij bouwt de hele voorstelling mooi op aan de hand van de brieven en laat ook duidelijk blijken dat alle grote artiesten meteen ook de grootste ego's zijn. Daardoor verliest hij misschien wat aan sympathie bij het publiek, maar hij blijft het allemaal wel relativeren en de zaken die hij vertelt, zijn ook zo herkenbaar dat je hem nooit verguist. Hij blijft al bij al de sympathieke knul die zijn privé-leven te grabbel gooit en daar nog mee kan lachen ook. Het leuke aan Wouter Deprez is ook dat hij niet noodzakelijk grof of vulgair moet worden om grappig te zijn. Hij kan dat zo ook wel. Door dingen te vertellen die de meesten denken, maar die niemand ooit durft uit te spreken. Kortom, een aanrader !