vrijdag 22 oktober 2010

KAV

Dinsdagavond mochten we nog eens optreden, en wel op de startavond van KAV Harelbeke. We brachten er voor de derde keer “Dubbel Gemengd”, voor de tweede keer volledig. Een 25-tal toeschouwers hadden we, allemaal vrouwen. Vaneigens dadde, hoor ik u zeggen, 't was de KAV. Dat klopt. Pieter was ook van de partij. We mochten gebruik maken van zijn materiaal (lichten en lichtorgel) en hij zorgde voor de technische ondersteuning. We gaven (alweer) het beste van onszelf en gingen eigenlijk wel met een behoorlijk tevreden gevoel naar huis, euh, ik bedoel naar “De Sebas”.

Het blijft toch iets apart, dat toneel spelen. Je “maakt” een voorstelling aan de hand van een brochure, met de hulp van een regisseur (in ons geval was dat Stefan Vancraeynest). En dat laat je dan los op een publiek. Bij een “gewoon” gezelschap, zoals Klakkeboem, breng je dat dan voor je trouwe toeschouwers. Bij InTeam brengen we dat telkens weer op een andere locatie. De première was op “Spots Op West” begin augustus, de tweede keer brachten we twee van de vier eenakters op de Cultuurmarkt van Antwerpen eind augustus en nu mochten we spelen voor de KAV van Harelbeke. De volgende keer zal waarschijnlijk op de Knokkeboem Kerst- en Cultuurmarkt zijn en tenslotte nog op de Westvlaamse happening van Open Doek. Zo kom je op heel wat locaties en ontmoet je heel wat mensen. En het grote verschil met Klakkeboem is dat je niet voor je “trouwe fans” speelt, maar voor een heel divers publiek. Mensen die je niet kennen, die onbevooroordeeld komen kijken, niet omdat je Kurt, Griet of Vincent heet maar gewoon uit gezonde nieuwsgierigheid. En dat maakt het er niet gemakkelijker op, maar wel des te plezanter. Of je nu voor een echt theaterpubliek speelt (“Spots Op West”, De Cultuurmarkt) of voor een groepje leken (KAV), telkens weer opnieuw moet je het beste van jezelf geven om het publiek een uur aan je lippen gekluisterd te houden. En dat maakt het nu net zo leuk !

maandag 18 oktober 2010

Dagboek van een filmproductie(tje)

Ergens in de loop van 2009 – ideeën + eerste contact acteurs

Als je een speelfilm wil maken, heb je een scenario nodig. En waar haal je in godsnaam een goed scenario ? Je kan natuurlijk altijd een scenario pikken van iemand anders. Zo zou je natuurlijk je eigen versie kunnen maken van, ik zeg maar iets, “The Pirates Of The Carribean”. Overdreven natuurlijk, dat weet ik ook wel. Maar je begrijpt wat ik bedoel. Je ziet een leuke film en denkt bij jezelf : “Dat zou wel leuk zijn om een eigen film over te maken.”. Het is altijd plezanter natuurlijk als je zelf een scenario bedenkt en schrijft. Maar waar haal je dan in godsnaam ideeën ? Meestal haal ik mijn inspiratie ook wel uit films die ik gezien heb. Zo inspireerden “Flikken”, “American Psycho” en tal van andere seriemoordenaarfilms mij tot het schrijven van “Smiley”. Alle romantische komedies die ik ooit zag, inspireerden mij dan weer tot het schrijven van “Opposites Attract”. Af en toe rijpt er echter een idee die op het eerste gezicht nergens op geïnspireerd is. En zo rijpte bij mij vorig jaar ergens het idee van “Waarom ?” (dit is nog de werktitel). Vaak heb ik verschillende ideeën op hetzelfde moment. Die leg ik dan voor aan Grietje en zij helpt mij dan meestal beslissen welke ideeën ik verder uitwerk. “Waarom ?” was er zo eentje. Ik had al een vaag idee van het aantal personages en heb dan ook maar meteen een aantal bevriende “acteurs” benaderd om te vragen of zij eventueel zouden willen meespelen.

Begin 2010 – schrijven

Zo’n idee laat je dan rijpen. Soms is dit rijpingsproces van hele korte duur, soms van hele lange duur. Zoals hier het geval was. Ik was al beginnen schrijven, maar had eigenlijk nog maar twee scènes en ondertussen rijpt het idee in je hoofd. Je bedenkt een nieuwe plotwending. Je ziet een ander einde voor je. Je rijdt rond, je ziet en zoekt geschikte locaties. En plotseling zit het hele scenario in je hoofd. Dan is het kwestie van vlug, vlug alles te noteren voor het weg is. Zo zijn er al vaak ideeën ontstaan die ook gerijpt zijn, maar omdat ik te lang wachtte om alles neer te pennen, is er nooit iets van gekomen. In dit geval dus wel. Ik heb verder geschreven en op een paar uurtjes had ik een kort scenariootje van vier bladzijden. Ons (Griet en ik) leek het wel leuk en we besloten om hier werk van te maken.

September 2010 – andere mensen warm maken + geschikte locaties zoeken

Daar sta je dan, met je fameuze scenario. Het spreekt voor zich dat je met twee mensen geen goeie film kunt maken. Christiaan, Annie en Marc waren in september ergens op bezoek bij ons ik heb hen een aantal scenariootjes verteld, waaronder dit. Ze knikten goedkeurend en waren direct alledrie bereid om mee te werken. We spraken onmiddellijk twee data af om de opnames te starten. Dan heb ik een mailtje met het scenario gestuurd naar Ronny. Die las het script en was ook meteen bereid om mee te werken. Goed, daarmee had ik “mijn” crew. Nu nog acteurs. Griet en ikzelf zouden twee rollen voor onze rekening nemen. Vervolgens stuurde ik een mailtje naar de twee acteurs die ik hier vorig jaar over had aangesproken. De ene was direct enthousiast. De andere kon helaas niet op de voorgestelde data. Lap, alweer een probleem diende zich aan. Gelukkig hadden we nog ouwe getrouwe Vincent, op wie we meestal kunnen rekenen, en de cast was compleet.
Ook het zoeken van geschikte locaties loopt niet altijd van een leien dakje. Dit vind ik persoonlijk het vervelendste werk van de preproductie. Gelukkig viel dit in dit geval nogal mee en we hadden al vlug twee locaties gevonden. We zouden de binnenscènes filmen bij ons thuis en de buitenscènes langs het kanaal (op een paar 100 m van ons huis).

Oktober 2010 – storyboard

Als “regisseur” (wat een groot woord voor zo’n klein manneke als ikzelf) moet je natuurlijk voorbereid naar de set gaan. Ik probeer dan ook altijd voor mezelf uit te maken welke shots we zullen filmen en hoe we dat zullen aanpakken (met een kraan, met een travelling, close, wide, enz.). Hiervoor heb je natuurlijk een “storyboard” nodig. Meestal weet ik wel wat ik wil, maar tekenen is nu eenmaal niet mijn sterkste kant. Dus beperkt zich dat dan tot wat lijntekeningen en al de rest zit in mijn hoofd. Dat maakt het natuurlijk niet altijd even evident om de andere crew-leden duidelijk te maken wat je wil. Gelukkig heeft “CeltX” (de GRATIS software die ik gebruik om scenario’s te schrijven) nu een “tool” ontwikkeld (Sketch) waarmee je een grondplan van de scène kunt tekenen. Ik heb dat nu voor het eerst gebruikt en ben hier heel tevreden over. En nu op naar de grote dag, de eerste opnamedag.

17 oktober 2010 – de eerste opnamedag (bij ons thuis)

We hadden afgesproken om 8u00 bij ons thuis. Dit lijkt vroeg, maar laat je wel toe om heel veel opnames te doen op één dag. Tegen 8u45 waren we voltallig. Ik toonde mijn storyboard en we begonnen met het klaarzetten voor de eerste shot. De travelling baan werd geïnstalleerd op twee bakken bier. Drie lichten werden klaargezet en we konden beginnen. En dan telefoon. De acteur, die zich geëngageerd had om in de namiddag te komen, kon onmogelijk aanwezig zijn. Een probleem die zich toch vaker voordoet als je bezig bent met een film. Altijd een groot probleem want daar sta je dan met je voltallige crew. Griet ontpopte zich al snel tot “casting director” en terwijl wij de rest van de set klaar zetten, belde zij een aantal bevriende acteurs op in de hoop alsnog iemand te vinden voor de cruciale rol van Gaby. Uiteindelijk vond ze iemand in de persoon van Dennie. Niet veel later belde Johan dat ook hij het wel zou zien zitten. De eerste “toehapper” kreeg uiteindelijk de rol. De film bestaat uit 13 scènes en de op deze eerste opnamedag slaagden we er toch in om er al 5 van in te blikken. Een succes. Het duurde wat lang voor het eerste shot kon gefilmd worden, maar van toen af ging het allemaal wat sneller. In de namiddag konden we nog wat genieten van het mooie weer bij de opnames langs het kanaal. Ook vaste supporter Pat kwam langs. Tot twee keer toe zelfs. Eén keer alleen en één keer met haar gezinnetje. Dit was alweer een aangename ervaring, voor herhaling vatbaar. We zetten dan ook maar meteen twee data vast voor de rest van de opnames.

(wordt vervolgd)

zondag 10 oktober 2010

Aida*

Aida*
(Giuseppe Verdi)
door NTGent


 Regie : Christoph Homberger, Wim Opbrouck, Frank Van Laecke
Spel : alle spelers en medewerkers van het NTGent 

XXXX

Hier met een gemengd gevoel naartoe vertrokken.  Ik ben sowieso al niet echt een operaliefhebber, maar wel een toneelliefhebber.  Daarenboven had ik gelezen en gehoord dat dit "Aïda" was, ontdaan van alle franjes, van alle ballast.  Dat enkel nog de muziek overbleef.  Gelukkig bleek het toch meer te zijn dan dat.  Het begon goed.  De acteurs kwamen in iedere ingang van de zaal staan en begonnen te "papa"-en.  Daarna kwamen ze de scène opgestapt, gekleed in kleren die ze zo van de zolder van het NTGent gepakt hadden.  En dit was een leuk effect.  Ook het eerste ge"papa" was heel plezant.  Heel indrukwekkend dan hoe alle medewerkers het podium op kwamen en allemaal samen begonnen te "papa"-en.  Hier en daar ook wat leuke vondsten (de discussie tussen Dottermans en Miller in het begin, de onderbroekenlol van Opbrouck, het opbrengen van de olifant, de fanfare "De Leiezonen" van Desselgem, ...), maar na een uur heb je het wel gehad.

Na een uur steekt een acteur een speech af over het "Suez"-kanaal, gevolgd door nog wat ge"papa" en wat muziek (schitterend gebracht trouwens, die muziek), maar onvoldoende om te blijven boeien.  Chapeau voor Opbrouck omdat hij op die manier iedereen betrekt in zijn gekte, schitterende muzikanten ook, maar geef mij toch maar een echt toneelstuk.  Dit was net iets teveel muziek en te weinig theater om mij 1 uur en 3 kwartier lang te blijven boeien.



donderdag 7 oktober 2010

Adem

Adem
Van : Hans Van Nuffel
Met : Stef Aerts, Wouter Hendrickx, Marie Vinck, Anémone Valcke, Rik Verheye, Maarten Mertens, Kris Cuppens

XXXX

Tom is een gewone jongen van 18.  Hij studeert, trekt op met zijn vrienden en maakt plezier.  Het enige verschil met een andere gewone jongen, is dat hij lijdt aan Mucovicidose, een zware longaandoening waar je uiteindelijk aan sterft.  Hij heeft al de helft van zijn leven doorgebracht in het ziekenhuis.  De ziekte is erfelijk en ook zijn broer Lucas heeft Muco.  Hij zit al in een verder stadium en wacht op nieuwe longen.  Tom is, deels door zijn ziekte, zijn levensvreugde kwijt.  Hij is bijzonder cynisch en trekt op met de foute vrienden.  Tot hij bij één van zijn ziekenhuisbezoeken Xavier ontmoet.  Xavier is wat ouder dan Tom, heeft een succesvolle carrière als onderwaterfotograaf en heeft een vaste vriendin, weliswaar ook een Muco-patiënte.  Xavier geeft Tom zijn levensvreugde terug.  Hij is nu zelfs bereid om verder te studeren ... tot het noodlot toeslaat ...
De film snijdt een gevoelig onderwerp aan, namelijk een dodelijke ziekte en is op zijn sterkst als het de relaties schetst tussen de hoofdpersonages onderling, met op kop de relatie tussen Xavier en Tom (beide rollen worden schitterend gespeeld door Wouter Hendrickx ("the coming man") en Stef Aerts (nog heel jong, maar veelbelovend)).  Ook de relaties tussen Tom en Eline, tussen Tom en zijn broer, tussen Tom en zijn beste vriend Jimmy en tussen Tom en zijn ouders blijven interessant genoeg om te blijven boeien.  Het is pas wanneer de film een nevenintrige introduceert (Tom en Jimmy die een drugshandel opzetten) dat het allemaal wat ongeloofwaardig wordt met als hoogtepunt een compleet bij de haren gerukte scène op het eind tussen Xavier en Jimmy.  Zolang de film zich echter concentreert op Tom en zijn persoonlijke demonen, zit alles snor.  Jammer van die uitschuiver in de plot.  Die was echt niet nodig geweest om deze film boeiend te houden.  Een tweede minpunt is het wat overdreven melige einde.  In een film over een dodelijke ziekte kun je moeilijk verwachten dat je geen traan zal wegpinken, maar na een kwartier "gebleit" heb je het wel gehad.
Desalniettemin alweer een steengoede Vlaamse film met schitterende acteerprestaties en een boeiende schets van wat het betekent om te leven met een dodelijke ziekte.  Nog een kleine pluim voor Kris Cuppens, die heel mooi de onmacht van de vader in dit hele proces weet te vatten.

Dans Der Vampieren

Dans Der Vampieren
(Michael Kunze en Jim Steinman)
Musical van Vlaanderen
 

Regie : Cornelius Baltus
Spel : Hans Peter Janssens, Frank Hoelen, Lulu Aertgeerts, Anne Van Opstal & Goele Deraedt

XXXX

Je komt de zaal binnen en op een groot scherm staan vampierentanden geprojecteerd.  Het licht gaat uit, sneeuw dwarrelt over een doek en achteraan zien we een besneeuwd berglandschap.  Waaaauw !  Dat is de eerste reactie.  Je mond valt open van verbazing.  En dan gebeurt het.  Het eerste liedje wordt ingezet.  Griet en ik kijken naar elkaar en een aantal vraagtekens rijzen op uit ons hoofd.  Wablief ?  Waarover zingen jullie ?  Wij snappen geen jota van hetgeen ze staan te zingen op het podium.  Pas na een paar minuten dringt het tot ons door dat ze eigenlijk over knoflook staan te zingen.  En dit niet omdat we plots verstaan wat ze zingen, maar omdat ze met knoflook beginnen dansen op scène.  Van een teleurstelling gesproken.

En zo ging het dus de hele voorstelling door.  Het ene liedje na het andere en wij verstonden niets van de gezongen woorden.  Bijzonder jammer als je weet dat er voor de rest bijna geen dialogen waren.  Dan wordt het wel heel moeilijk om het verhaal te volgen.  Gelukkig was het verhaal op zich niet zo moeilijk te volgen al moet gezegd dat de onverstaanbaarheid van de liedjes een domper zet op de hele voorstelling.  Professor ? en Alfred zijn in Transsylvanië op zoek naar vampieren.  Ze logeren in de herberg van ? en Alfred wordt er verliefd op ?, zijn dochter.  Deze laatste is helemaal in de ban van graaf Von Grolock (de lokale vampier) en besluit bij hem in te trekken.  Alfred en de professor gaan er achteraan.  Veel meer verhaal dat dit is er niet.  Deel één was dan ook ronduit saai.   Naar mijn gevoel bleven ze veel te lang in de herberg rondhangen waar bovendien ook nog eens heel weinig gebeurde.

Deel twee was een heel stuk beter.  Oef.  Al bleef ook hier de onverstaanbaarheid ons parten spelen.  Gelukkig zaten er hier een heel aantal hele spectaculaire scènes in met indrukwekkende decorwissels (de scène met de afdaling in de kelder, de nachtmerrie, de dans in de spiegel, de einddans, enz.).  En dat die mensen kunnen zingen, dat zal wel zeker, al is het voor ons nog steeds een raadsel wat ze zongen.  Toch een hele spijtige zaak voor een productie die ongetwijfeld heel veel geld gekost heeft.

zondag 3 oktober 2010

Centrum Voor Beeldexpressie

Gisteren trokken we naar Rumbeke, in zaal "De Kleine Stooringhe", voor het jaarlijkse festival voor niet-professionele cineasten.  Hieraan namen we ook deel met "Opposites Attract", samen met nog twee leden van "onze" Kortrijkse film- en videoclub Impuls.  Er nemen in totaal 61 films aan deel.  Het gaat hier hoofdzakelijk om informatiefilms (documentaires zeg maar), maar toch ook een aantal speelfilms (toch wel mijn "dada").  "Opposites Attract" was film nummer 21.  Toch altijd een beetje spannend als "onze" film vertoond wordt voor een zaal van 100 mensen (hier was trouwens een grotere opkomst dan bij WEVAC (de wedstrijd voor Westvlaamse cineasten)).  Zeker als de eerste film in "jouw" blokje (dat bestond uit 5 films) de beste speelfilm van het festival is (waarover later meer).  De spanning viel al snel weg, eerst en vooral omdat we zagen dat we hier niet met een "donkere" projectie te maken hadden (herinner u het débâcle van de clubwedstrijd), maar met een glasheldere projectie en ook en vooral omdat het publiek zo enthousiast reageerde.  Ze reageerden gepast op de "grapjes" en leefden schijnbaar mee met hetgeen de personages overkwam.  Toch altijd leuk als een film op die manier onthaald wordt.  Oef, wat een opluchting.  Na ons blokje een korte pauze en dan de bekendmaking van de resultaten : 77 %.  Waaaauw !  Schitterend !  We waren heel tevreden en hebben hier nadien met een deel van de crew en de rest van de aanwezige Impuls-leden nog eentje op gedronken.  Missie geslaagd.  Nu nog één "festival", namelijk "De Gouden Kat", georganiseerd door Cynipra (de filmclub van Ieper) en met een jury, bestaande uit niet-filmmensen, en met een publieksprijs.  Benieuwd wat dit zal worden.  Nu misschien iets meer over de rest van de films.

2
Van : Tony Jacobs en Gerrit Van Caekenberghe
Met : Andy Malfet

XXXX

Dit was de eerste film die we te zien kregen, en dan nog in "ons" blokje.  De moed zakte ons in de schoenen.  Dit is gewoon een schitterende film.  Eén van de beste "amateur"films die ik ooit te zien kreeg.  De hoofdrolspeler zet een knalprestatie neer als een schizofrene bedrijfsleider die het ene succes na het andere boekt.  Tot hij op een dag een tragisch ongeluk veroorzaakt waarbij zijn alter ego stilaan de bovenhand krijgt.  Sterk, schitterend geacteerd, prachtig verhaal en goed qua beeldvorming en tempo.  Chapeau, weinig op aan te merken op deze.

Piet
Van : Charles Breurs, Francis De Pauw en Ludo Boeij
Met : Piet De Mot

XXXX

Een leuk filmpje over een zwerver die er alles aan doet om een strenge winter te ontlopen.  Goed uitgangspunt met een paar leuke vondsten, maar de uitwerking liet hier en daar wat te wensen over.  Te weinig overtuigend geacteerd, een irritante voice-over en een paar serieuze continuïteitsfoutjes.  Desalniettemin een hele verdienstelijke poging.

Op dat wolkje van weleer
Van : Willy Van der Linden

XXXX
Op zich een leuk uitgangspunt, maar daarnaast een schoolvoorbeeld van hoe een film van pakweg 9 minuten toch langdradig kan zijn.  Een oude vrouw blikt terug op haar leven als ze haar jeugdliefde te zien krijgt.  Te weinig verhaal om hier 9 minuten mee te vullen.

Ook genoten van een paar mooie documentaires.  Vooral "De 49ste staat" kon mij uitermate boeien.  Maar hier wil ik verder geen uitspraken over doen omdat ik er geen bal van ken.  Op naar de galaprojectie op 19 november en wie weet halen we daar nog een prijsje binnen.  Tot films !