zondag 29 juni 2008

De Hotelkamer

...wordt het muisstil... De pijn in mijn been en mijn borst laat me op de grond zakken. Ik sluit m'n ogen. Komaan, denk, focus...Hoe geraak ik hier uit? Maar het enige wat in mijn hoofd verschijnt ben jij! Je lachende ogen, je mooie mond die mijn naam zacht fluistert, je kijkt me aan, zwaait naar me en glimlacht. Tranen rollen over m'n wangen. Plots verdwijnt je glimlach! Je ogen kijken me bang aan. Twee enorme handen grijpen je hoofd vast. Je gezicht wordt bloedrood, paars! Je schreeuwt mijn naam. Je handen strekken zich naar me uit. ik tracht ze te grijpen maar je bent te ver. De handen nemen je mee! Je verdwijnt.... NEE! Ik open m'n ogen... focus,... dat jongetje... ik had hem eerder gezien... waar? ... Waar heb ik de jongen nog gezien? De lift! Ja! Het was de jongen die ons naar boven bracht! Waarom gaf hij me conservenblikjes? Wou hij me helpen? Zouden de blikjes me nog van pas komen? Verdomme! Ik liet ze achter in de kamer! Hoe kon ik zo stom zijn! Ik strompel recht... en keer terug naar de spiegelkamer. Opnieuw start de muziek. Het is het deuntje van een 'kermiscarrousel'. Ik hoor kinderstemmetjes je naam fluisteren, tientallen stemmetjes. De spiegels draaien! Ik ben bang. Zo ongelofelijk bang! Mijn armen verbergen m'n gezicht en ik zak ineen! Plots voel ik een warme hand op mijn schouder...

Geen opmerkingen: